Bereiding
- Verwarm de oven voor op 220 °C.
- Roer sojasaus, ahornsiroop en look door elkaar.
- Wentel er de kip door en laat even uitlekken.
- Leg in een met bakpapier beklede ovenschaal.
- Schuif in de oven voor 15 minuten. Na 5 minuten bestrijk je de kipfilet nog eens met de marinade, en na 10 minuten giet je er alle resterende marinade over.
- Verhit intussen de twee oliën.
- Bak er de gember en het wit van de lente-ui in aan tot glazig.
- Voeg de quinoa toe en bak even mee tot de korrels een mooi olielaagje hebben.
- Blus met 750 ml water, draai het vuur zachter en laat in een 10-tal minuten gaar- en droogkoken.
- Stoom de romanesco-roosjes erboven in een vergiet.
- Neem intussen de kipfilet uit de oven, verpak in aluminiumfolie en laat 5 minuten rusten.
- Snijd de gelakte kip in plakjes.
- Neem de quinoa van het vuur en meng met het groen van de lente-ui, romanesco en limoensap.
- Proef en kruid bij met peper en zout.
- Werk af met koriander.
- Verdeel de quinoa over de borden.
- Drapeer er enkele sneetjes kipfilet over.
- Lepel er wat overgebleven marinade uit de braadslee over.
- Serveer de gelakte kip met quinoa en romanesco.
door een lepeltje lekkers